skip to Main Content

Wieringer aak

  1. Naam: WR 54
  2. Lengte: 12,58 meter
  3. Breedte: 4,40 meter
  4. Diepte: 0.80 meter
  5. Bouwjaar: 1912
  6. Werf: Zwolsman Workum
  7. Thuishaven: Spakenburg
  8. Schipper: Henk Koelewijn

Wieringer aak WR54   “De jonge Grietje”

Op een dag schijnt het, kwam een van de zoons thuis met de constatering, dat de visserij op dat moment erg aantrok en of het niet verstandiger was over te gaan naar de visserij.

De keuze viel inderdaad op het laatste. Nadat de gebroeders Lont een aantal ha grond konden verkopen, hebben ze de knoop doorgehakt en eind 1912 werd er door U. Zwolsman te Workum een begin gemaakt met de bouw van een spik splinter nieuwe aak.

De aak werd bijna 12 meter lang. De lijnen van het schip zijn opmerkelijk sierlijk en wijzen op een groot gevoel voor schoonheid van de bouwer.

De bunnen zijn bijzonder klein gehouden en wijzen op de wier percelen die de Lonts van de gemeente Wieringer pachten. Door de kleine bunnen ontstond er meer ruimte voor het verladen van wier. Ook de breedte loog er niet om, maar liefst 4.20.m op de berghouten gemeten.

Maar ook de bunnen hadden hun functie, er werd op paling gevist daarnaast op kreukels en oesters in de Zuiderzee en op de Waddenzee.

In het vooronder werd voor die tijd ook niet bepaald bezuinigd.

Het vurenhouten interieur werd in eiken geschilderd.

De zeilmakerij van Kalsbeek die rond 1924 op Den Oever gevestigd was, maakte de zeilen voor de W.R. 19, zoals zoveel aken op Wieringer.

Toen de aak in januari 1913 gereed kwam, werd het stalen schip bij K.Zwolsman te Makkum(een scheepsbouwer in staal en directe familie van Ulbe Zwolsman) te koop aangeboden.

Op de visserijvergunning staat ook letterlijk:’9-4-1913 over gegaan aan K Zwolsman te Makkum en wordt volgens consent 1-1173. d.d. 27-6-1913.(Burg. Wonsradeel) niet meer voor de visscherij gebruikt.”

Aangezien Jan Lont “Vet” uit zijn huwelijk met Aaltje Post maar een kind had, zijn dochter Grietje Lont: noemde hij de aak “De jonge Grietje”. Dit was overigens niet zo bijzonder, want alle beroepsvaartuigen die Jan Lont na deze aak bezat werden ook zo genoemd.

Hoewel de aak erg licht door Zwolsman gebouwd was, stak het schip Jan toch te diep voor de wiermaaierij. Daarom besloot hij in 1916 het schip te verkopen aan de gebroeders Rotgans die overigens nog familie waren.

Hij zelf kocht een aak uit Hindelopen, die waren aanzienlijk lichter gebouwd.

En door de verkoop aan de Fam. Rotgans veranderde het visserij nummer in WR 54 .

 

Pieter Lont schijnt zelfstandig te zijn gaan vissen, ook Jan Lont heeft nog menig jaar gevist.

Na een langdurig ziek bed verpleegd door zij dochter Grietje is hij in 1971 op een leeftijd van 87 jaar overleden en Grietje is tot op de dag van vandaag even als de aak, die nog steeds haar naam draagt, vrijgezel gebleven.

De visserij inschrijving van J. Lont afgegeven op november 1911.

 

Op januari 1913 werd waarschijnlijk de eerste consent van de aak afgegeven, de bouw van de aak moet toen begonnen zijn. 10-4-1913 toen de aak gereed kwam, kreeg de aak een nieuw inschrijvingsformulier en werd het oude vissers vaartuig een maand later ingeruild bij K Zwolsman te Makkum.

Visserij verleden Familie Rotgans 

Nan (Elbertz.) en Nan (Pietersz.) vertellen over hun vaders:’De visserij geschiedenis van de familie Rotgans ging hand in hand met het boeren bedrijf, een boerderij met wat koetjes en daarnaast stonden ze ook met fuikjes in de wierwaarden waarmee ze op paling visten. Dit alles ging generaties terug ook al zo. D grootvader van Nan. Nan (Elbertz.) had drie zoons, deze waren alle visser en werkten zelfstandig.

De jongste zoon was Nan en had het visserijnummer W.R 83 de herkomst van deze aak is onbekend. Dan kreeg je Pieter die had de W.R 127, deze aak had hij van zijn vader en was waarschijnlijk voor 1911 op hindelopen gebouwd, het model was erg plat.

De oudste zoon Elbert met nummer W.R 54. Allen visten ze met aken die ongeveer 39 voet lang waren.

Aan de hand van de twee neven hun verhaal worden de oude aantekeningen op de visserij vergunningen ook wat begrijpelijker. Daarom wijken we even af van overleveringen naar feiten die de vergunning vermeld.

Voor de overschrijving van J.Lont naar N. Rotgans(ez.)werd in die tijd door de ambtenaar gewoon de oud vergunning gebruikt en vertelt de zoon Elbert met zijn aak in 1916 nog op het visserij nummer van zijn vader moet hebben gevist tot 1922 toen werd het nummer overgenomen.

Visserij methoden van Elbert(Nansz.) 1916 tot 1922

Maar Nan (Elbertzn.) gaat verder; De drie broers visten in der tijd op ; Aliekruiken, wulkenen en als basis van ouds het wiermaaien en verschilde bij methode niet zo zeer van die van Jan Lont. Er werd met korren gevist op Aliekruiken en Wulken, maar er werd op een ander soort kor gevist als nu want die bestaan nu niet meer die trokken ze met schip op de zeilen dwars, en dan hadden ze 5 of 6 korren aan ‘t schip hangen en trokken zo door het water en die most je dan vrij geregeld ophalen. Deze kor was van ijzer anders als nu bestaan wat nu zeg maar mosselkor is ‘n iets ander model zat’r nog aan….

Periode van 1922 tot 1932 

Op 12-11-1922 werd het visserijnummer W.R 54 door Elbert van zijn vader overgenomen. Elbert(Nanz.) viste even als zijn broers met een knecht.

Jeugd herinneringen van Nan(elbertz.)

Hier gaat het verhaal van Nan(elbertz.) verder(hij was toen zelf ongeveer acht jaar). Met vriendjes was ik na schooltijd altijd op de aken van m,n vader of mijn ooms aan het spelen dat ging dan net zo lang goed tot dat ze je bij de kraag grepen en van boord gooiden. Doordat ik me al heel vroeg voor de visserij intereseerd wat eigelijk spelenderwijs kwam. Moest ik van de schoolmeester vaak een aakje op het bord tekenen met de benamingen van de dingen die je aan boord tegen kwam bvb grote bolder, voorplecht etc.

Dan liet de meester de tekeningen op het bord staan om aan andere klassen te laten zien…..

Nan begon als jongen van veertien jaar al te vissen bij zijn vader op de WR 54

Hier een foto uit 1930 waar Nan naast zijn vader op de voorplecht staat van de WR 54 hij was toen zes jaar. Links J Poel een knecht van Elbert. Bij de mast is de lier die bij het verladen van wier gebruikt werd duidelijk te herkennen en verraad het feit dat de foto eind juni begin juli moet zijn gemaakt (foto: privé album N. Rotgans)

 

Het visserijnummer WR54 werd in 1922 van vader op zoon zijn naam geschreven.

De afsluiting van de Zuiderzee en haar invloed

Op 28 mei 1932, toen de afsluiting een feit was moest er wat gebeuren. Als we willen weten wat er toen in een hoofd omging van een vissersman moeten we ons enkele dingen afvragen; in de eerste plaats hij ondernam; verdiende dus zijn levensonderhoud met vissen.

Rond de Zuiderzee trof men een vak aan dat van vader op zoon geleerd werd.

Als men vrij noorderlijk woonde zoals op Wieringen, had je als vissersman meerdere mogelijkheden : de Zuiderzee of de Waddenzee visserij en als je erg veel moed had ging je de Noordzee op mits je een uitmuntend schipper was en over een goed schip beschikte.

Daar de Wieringers immers van alle markten thuis waren, werden de ontwikkelingen van de Zuiderzeewerken ook door hun nauwlettend gade geslagen.

Nadat de laatste gedeelte van de afsluitdijk bij de Vlierter was gedicht, veranderde er veel met name stroming veranderingen ten noorden van de afsluitdijk, deden de wiervelden een van de oudste bronnen van inkomen verdwijnen. Als Wieringer visser echter had men de keus:

De drie broers besloten samen te gaan en zo een front te formeren tegen de veranderingen in het viswater en daarvoor was aanpassingsvermogen en ondernemersgeest nodig.

Periode van 1932 tot 1963

26-2-52 werd de WR 54 verkocht van Nan Rotgans aan

3-4-52 WR 43 ( De Hoop) als hernieuwde inschrijving

eigenaars Pieter Rotgans-Nan Rotgans Elbert Rotgans

14-1-53 werd de WR 43 doorgehaald

7-1-53 TX 2 verkocht aan A Selman te Texel   Garnalen en slakkenkor

19-7-54 WR 23 eigenaar Jacob Rotgans

8-6-56 WR 23   4-5-56 gekocht van de erven J.J Rotgans

4-6-57 doorgehaald

25-5-57 HD 143 voor de sport visserij in de Waddenzee en langs de kust

Eigenaar Jacobus Bettink  beroep arts

1-2-58 WR 294 Sportvisserij in de Waddenzee

Eigenaar Klaas Kuit en Jacob Kuit

11-11-63 Doorgehaald

Periode 1963 tot Heden

Vanaf 1963 is de aak als kajuitjacht doorgegaan

De eigenaar(en) zijn vanaf die tijd niet allemaal meer bekend

In begin jaren 70 heeft de Familie Huizinga te elburg( zie foto) hem gehad en duidelijk is de kajuit te zien

 

Rond 1973 heeft Piet Dekker heeft een jaar gehad en hem weer gerestaureerd tot vissersman aak

Deze heeft hem verkocht  en kwam in 1978 in handen van G.B Carree te Mildam deze heeft hem gehad tot 1989 Hij was er slecht aan toe en werd op de kant getakeld door Bert Wagenvoort uit Hengelo. De WR 54 heeft van 1984 tot 1992 op de kant gestaan in Emmeloord ter reparatie.  De Scheepstimmerwerf Nieuwboer uit Spakenburg heeft hem in 1992 gedeeltelijk gerestaureerd. De reparatie was duurder dan gedacht en het schip werd in 1999 in een VOF WR 54 te Hengelo gestopt. De VOF zag ook geen kans om de laatste loodjes van de boot te dichten en na een paar jaar op het droge bij Landman in Nijkerk te hebben gestaan werd hij in 2000 voor de tweede keer eigendom Van Piet Dekker Scheepstimmerman te Kortenhoef.

Deze bracht hem weer in de best mogelijke originele staat  en verkocht hem precies 40 jaar na de oprichting van Botterbehoud aan De Spakenburgse Vloot waar hij nu dienst doet als museum object.

 

Het nummer WR 54 bestaat nog steeds en is nog eigendom van de zelfde visfamilie Rotgans.